Op deze pagina vind je wat oefenstof die je kunt gebruiken op de training bij je vereniging. De oefeningen zijn geschikt voor 6 spelers, maar met een beetje fantasie kun je zelf ook wel varianten bedenken voor meer of minder spelers. Mocht je vragen hebben over de oefeningen, dan kun je die altijd per mail stellen: bethlem69@yahoo.com
Veel plezier, Thinka
Inhoudsopgave
BBB-oefeningen/stabiliteitstraining
BBB-oefeningen
Stabiliteitstraining
Springvormen
Aanvalstraining
Werpen in de breedte van de zaal
Werpen op kasten
Werpen op nummer
Verdedigingstraining
Tweetallen in de breedte van de zaal
Trainer gooit aan
Combinatietraining
Waarnemingstraining
Middenman uit
Doordraai oefening
Overspelen
Tweetallen in de breedte van de zaal
Overspelen na draai om de as
Rondspelen in een kring
Overspelen binnen de 10-seconden regel
Spelletjes
Voetbal
Pupillengoalball
Goalbankball
Drie is teveel
Lummelen
BBB-oefeningen/stabiliteitstraining
BBB-oefeningen
ruglig: in volgorde aanspannen kuit-, bovenbeen-, bil-, buikspieren, schouders laag en breed
ruglig: onderrug van de onderlaag heffen
ruglig: een been gestrekt heffen
ruglig: onderrug van de onderlaag heffen/een been gestrekt heffen
ruglig: knie optrekken en tegen weerstand hand duwen
idem, idem gekruist
zit: romp achterwaarts bewegen
idem, met een been gestrekt
buiklig: onderrug van de onderlaag heffen
handen-/knieenstand: afw. rug bol maken, rug afvlakken
idem, een been achterwaarts strekken
stand: aanspannen buik-/bil-/bovenbeenspieren
Stabiliteitstraining
stand: op voorvoeten
idem, met gebogen knieen
stand: op 1 been
idem, met gebogen knie
Springvormen
omhoogspringen, landen op voorvoeten, stilstaan
idem, in voorwaartse of zijwaartse richting
idem, springen van rechter op linker been
idem, op 1 been, landen op voorvoet, stilstaan
idem, hinkelen op 1 been
idem, met materiaal: evenwichtsbalk bank.
Aanvalstraining
Werpen in de breedte van de zaal
Deze vorm is zeer geschikt om de basis van de werptechniek aan te leren of te verbeteren. Tweetallen stellen zich tegenover elkaar op in de breedte van de zaal: ieder tweetal heeft een eigen bal. Er kan begonnen worden de bal naar elkaar over te spelen vanaf de knieën. Dan vanaf één knie, vervolgens vanuit stand met één uitvalspas en tot slot met complete aanloop.
Werpen op kasten
De springkasten zoals die in iedere gymzaal wel in het materiaalhok staan, kunnen prima gebruikt worden als hulpmiddel op het werpen in de hoeken te trainen. Ze geven de werpers hoorbare feedback over het resultaat van hun worp. Bijkomend voordeel is dat er met meerdere ballen tegelijk kan worden gewerkt en dat de spelers niet op elkaar hoeven te wachten. Zet in ieder teamgebied een kast in de breedte op de achterlijn. Dat kan zijn op de nummers 1 tot en met 3, of op 7 tot en met 9. De spelers verdelen zich over de twee helften en werpen vanaf links en het midden, of vanaf rechts en het midden; dat hangt af van waar de kast staat. Er kan met meerdere ballen tegelijk worden gewerkt. Eén van de spelers gaat ballen bij de kast rapen en speelt deze over naar de werpers. De werpers proberen de kast aan de overzijde te raken. Om de oefening moeilijker te maken kan de kast ook in de lengte worden gezet, op nummer 1 of nummer 9.
Werpen op nummer
Twee teams van drie spelers staan tegenover elkaar in de normale opstelling. De speler die de bal gaat werpen roept van tevoren op welk nummer hij of zij richt; de verdedigende partij (of de trainer) geeft aan waar de bal uitkwam. Deze oefenvorm is vooral leuk in een wedstrijdvorm; als de werpende speler het nummer bereikt dat hij of zij noemde, scoort dat team een bonuspunt. Normale doelpunten tellen dubbel.
Verdedigingstraining
Tweetallen in de breedte van de zaal
Ook nu weer stellen de tweetallen zich op in de breedte van de zaal, ieder met een eigen bal. De spelers aan de ene kant van de zaal beginnen met aangooien voor hun partner, de spelers aan de andere kant van de zaal beginnen met verdedigen. De partner die aangooit kan de oefening moeilijker maken door steeds harder te werpen of de bal iets naar links of naar rechts te plaatsen. Ook het keepen van stuitballen kan zo geoefend worden: de partner die aangooit doet dit met een boog en probeert de bal vlak voor zijn keepende partner te laten stuiten. Na enige tijd wordt er van functie gewisseld.
Trainer gooit aan
Twee teams van drie spelers staan tegenover elkaar in de normale opstelling. De trainer staat op de middellijn en werpt vanaf hier de bal aan voor de verdedigers. Deze keepen de bal en gooien deze zo snel mogelijk (meteen vanaf de knieën) terug naar de trainer.
Combinatietraining
Waarnemingstraining
Twee teams van drie spelers staan tegenover elkaar in de normale opstelling. Een vierde speler stelt zich op achter het speelveld en krijgt een functie als waarnemer. Zijn of haar taak is om de juiste nummers te noemen van de ballen die door zijn of haar team worden gegooid. Er wordt dus een normale wedstrijd gespeeld; zodra het verdedigende team de geworpen bal verwerkt heeft, roept de waarnemer van het aanvallende team het nummer waar de bal volgens hem of haar uitkwam. De trainer geeft aan of dit correct was en kent een bonuspunt toe voor ieder juist genoemde nummer. Normale doelpunten tellen dubbel.
Middenman uit
Twee teams van drie spelers staan tegenover elkaar in de normale opstelling. De middenspelers van de beide teams verdedigen niet mee; alle ballen worden door de achterspelers verdedigd. De achterspelers werpen zelf niet maar spelen alle ballen over naar hun middenspeler die alle ballen werpt. Na verloop van tijd wisselt een achterspeler met de middenspeler en nemen zij elkaars taken over. Deze combinatieoefening is bedoeld om de achterspelers hun bereik te leren vergroten en kan prima in wedstrijdvorm worden gespeeld.
Doordraai oefening
Twee teams van drie spelers staan tegenover elkaar in de normale opstelling. Na iedere geworpen bal draaien alle spelers van het aanvallende team een plaats door naar rechts (of naar links), terwijl het spel gewoon doorgaat. De meest rechtse speler moet langs de achterlijn doordraaien naar links. Als een team uit vier spelers bestaat, draait de meest rechtse speler er aan de rechterkant uit en loopt achter de mat langs naar links om daar bij de volgende draai naar rechts weer in te stappen. Ook deze oefening is leuk om in wedstrijdvorm te spelen en kan ook gespeeld worden met 4 tegen 2. Het viertal draait door na iedere worp, het tweetal mag uiteraard op hun eigen plaats blijven staan om het krachtsevenwicht te bewaren.
Overspelen
Tweetallen in de breedte van de zaal
Vanuit deze opstelling kan ook het overspelen prima worden geoefend. Laat de spelers goed met elkaar communiceren en elkaar feedback geven over de zuiverheid van hun worp. Om het wat moeilijker te maken kan de ontvangende partij telkens een stukje naar links of naar rechts bewegen over de zijlijn alvorens hij of zij aangeeft waar de bal naartoe moet worden gespeeld.
Overspelen na draai om de as
Twee teams van drie spelers zitten op hun eigen mat in de normale opstelling, ieder met een eigen bal. Ze spelen de bal over binnen hun eigen team. De speler die de bal heeft ontvangen maakt eerst een draai om de eigen as alvorens de bal weer door te spelen.
Rondspelen in een kring
Alle spelers stellen zich op in een kring in het midden van de zaal. Ze spelen de bal naar elkaar over en hij mag daarbij maar één stuit op de grond maken. Als dit mislukt moeten zoveel de aanspelende als de ontvangende speler een opdracht uitvoeren: 3x opdrukken of 10 kniebuigingen bijvoorbeeld.
Overspelen binnen de 10-seconden regel
Twee teams spelen een wedstrijd volgens de normale regels. Er is één extra regel; de bal moet binnen het eigen team twee keer worden overgespeeld voor hij naar de overkant mag worden gegooid. En wel binnen de normale 10-seconden regel.
Spelletjes
Voetbal
Twee teams van drie spelers staan tegenover elkaar in de normale opstelling. Ze mogen de bal alleen werpen met hun niet-werparm (rechtshandige spelers gooien links, linkshandige spelers gooien rechts). De verdedigende partij mag de bal alleen met de voeten keepen.
Pupillengoalball
Twee teams van drie spelers staan tegenover elkaar in de normale opstelling. Eén van de twee velden is drie meter naar voren gelegd. De spelers mogen verdedigen zoals ze willen maar moeten werpen vanaf de knieën.
Goalbankball
Vier banken worden in een vierkant in het midden van de zaal geplaatst met enige meters tussenruimte. Voor iedere bank één speler die vanaf de knieën de eigen bank verdedigt en eveneens vanaf de knieën probeert de bank van de andere drie spelers te raken. Als dat lukt, wordt die speler gewisseld met één van de spelers aan de kant.
Drie is teveel
Twee teams van drie spelers staan tegenover elkaar in de normale opstelling en spelen een wedstrijd. Zodra er wordt gescoord, verlaat de speler die het doelpunt maakte het veld en moet zijn team met z’n tweeën verder. Het team dat als eerste de mat leeg speelt wint.
Lummelen
Alle spelers maken een kring in het midden van de zaal met een onderlinge tussenruimte van ongeveer twee meter. In het midden van de kring ligt een matje met daarop één speler. De spelers in de kring spelen de bal rond, maar mogen niet overspelen naar iemand die direct naast ze zit. De speler op het matje in het midden probeert de bal te onderscheppen. Als dat lukt, wisselt hij of zij van plaats met de speler die de bal overspeelde.